Biologisch is voor Ivar van Dorst (26) een 2e natuur. "Als ik chemie moet gaan gebruiken," zegt hij vol overtuiging, "dan hoeft het voor mij niet. Dat is een no go." Toen hij dus in 2020 zijn eigen tuin- en akkerbouwbedrijf opzette, koos hij voor een slimme vorm van strokenteelt die "supergoed is tegen ziekte- en plaagverspreiding". En daar komt geen bestrijdingsmiddel of kunstmest aan te pas.
Vijfmaal 6 meter
Hoe dat werkt? Heel simpel. Van Dorst heeft zijn percelen grotendeels verdeeld in stroken van 6 meter breed. Op de 1e strook staat haver, daarnaast een peulvrucht, dan lijnzaad, dan courgette en tot slot theekruiden. Dat patroon (graan, peulvrucht, zaadgewas, vruchtgewas, kruiden) herhaalt zich vervolgens. Ziektes en plagen krijgen nauwelijks de kans om zich te verspreiden, want elke strook is een nieuwe buffer. Nog een voordeel van deze vijfstrokenaanpak: "We hoeven geen aanpassingen te doen aan de landbouwmachines en de traditionele manier van rijden. We rijden gewoon op en neer, alleen slaan we telkens 4 stroken over."
Amper bewatering
Een kenmerk van Ekoto is dat het bedrijf heel weinig bewatert. En dat is verrassend als je op de Etten-Leurse zandgrond gevestigd bent. Hoe krijgt Van Dorst dat voor elkaar? "Omdat we uitsluitend organisch telen, is de hoeveelheid organische stoffen ofwel humus ook hoger. Daardoor kan de grond het vocht vasthouden. Eigenlijk bewateren we alleen bij jonge groenten, want dat is een kwetsbaarder gewas." Nog een geluk: het terrein is gedraineerd, dus eventueel overtollig water wordt afgevoerd. "Die drainage is te danken aan mijn vader, die hier tot 2004 een tuinbouwbedrijf had."
Vraaggestuurd werken
Wat de provincie ook sterk vindt in Van Dorsts aanpak, is zijn flexibiliteit. Hij is de afgelopen jaren steeds meer vraaggestuurd gaan werken. Drie jaar geleden produceerde hij in het piekseizoen 25.000 courgettes per week. "Maar die leverden op dat moment op de vrije markt niet eens genoeg op om het transport naar de veiling te betalen." Tot hij in contact kwam met een bedrijf dat maaltijdboxen produceert. "Nu produceren we veel minder courgettes, maar wel tegen een normale prijs."
Aan theeverwerkende bedrijven vroeg hij hoeveel thee en welke soorten ze wilden gebruiken. Haver laat hij verpletten tot havermout, die wordt verkocht in Van Dorsts boerderijwinkel of aan bakkers. "En alles in een korte keten, want klanten komen naar ons toe of we leveren de producten zelf af."
Herintroduceren van oudhollandse bonenrassen
Kenmerkend voor de vernieuwende houding van Ekoto is ook het onderzoek naar de mogelijke herintroductie van oude peulvruchtgewassen. Met steun van het project Brabants Bodem, dat verduurzaming van de landbouw koppelt aan een verbeterd verdienvermogen voor agrariërs, onderzoekt Ivar de teelt, verwerking en afzet van
oudhollandse bonenrassen voor consumptie. Het afgelopen jaar heeft Ekoto volop uitgebreid en uitgeprobeerd: zaad uit de zaadbanken is getest en er is gezocht naar de juiste teelt- en verwerkingstechnieken. Met als doel deze bonenrassen samen met andere telers de komende jaren flink uit te breiden, om zo een bijdrage te leveren aan de eiwittransitie.
Biologisch is gangbaar
Van Dorst geniet ervan om biologisch voedsel te produceren. "Zo gebeurde het al in de tijd dat we nog jagers en verzamelaars waren," zegt hij enthousiast. "En dat bleef zo tot de opkomst van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, dus zo’n 70 jaar geleden. Daardoor schoot de opbrengst omhoog en dat zijn we “gangbare landbouw” gaan noemen. Maar voor mij is biologisch gangbaar. We integreren landbouwgrond met de natuur en houden er een goede boterham aan over."
De provincie Noord-Brabant waardeert zijn visie en aanpak en beloont Ekoto met de Agrifoodpluim. Gedeputeerde Marc Oudenhoven (Agrarische Ontwikkeling) hierover: “Het is mooi om te zien hoe de nieuwe generatie, jonge, boeren innovatie en biologische landbouw samen laat gaan. Het toont ook aan dat de agrarische sector in Brabant wel degelijk toekomst heeft. Ivar laat zien dat met een gecombineerd businessmodel waar ook wordt geleverd aan consumenten toegevoegde waarde aan een bedrijf wordt gecreëerd. Het is niet meer dan terecht dat juist hij de Agrifoodpluim ontvangt.”