Potentie
De potentie van Sorghum zit niet alleen in de voederwaarde, maar ook vanwege de geclaimde droogteresistentie, de nutriëntenefficiëntie, ziektegevoeligheid en het positieve effect op de bodemkwaliteit, zo bleek al uit diverse buitenlandse publicaties.
De provincie ondersteunt de landbouwtransitie. Belangrijk daarbij is de verkenning van nieuwe teelten of teelmethoden die potentie hebben voor het verduurzamen van de landbouw en het bijdragen aan klimaatdoelstellingen. Die potentie kan b.v. liggen in de toepassing (denk aan biobased teelten), stimuleren van kringlooplandbouw (denk aan eiwit-gewassen) of afname van milieudruk/afwenteling van bepaalde teelten of -methoden.
Praktijknetwerk
Een praktijknetwerk, bestaande uit agrariërs, teeltadviseurs, veredelaars en onderzoekers die in de periode 2018 -2022 bij elkaar kwamen om de teelten en verschillende rassen in de praktijk bij elkaar te bekijken, was belangrijk onderdeel van dit onderzoek. De teeltaspecten, de rassen, de nitraatefficiëntie, de droogtegevoeligheid, de opbrengsten, de voederwaarden en het effect op de koeien (en geiten) kwamen hierbij aan bod.
Tussentijds is er nog een drukbezocht Sorghum-symposium georganiseerd in het provinciehuis. Onlangs is dit project afgerond met als eindresultaat een teelthandleiding voor agrariërs die concreet aan de slag willen met Sorghum.
Conclusie onderzoek
Naast de vermeende voordelen waar geen bewijs voor is gevonden in de teeltproeven, zijn er ook voordelen die wel zijn bewezen. Er is een lager risico in de teelt bij droge periodes, met uitzondering van de kiemperiode. Er kan bespaard worden op beregeningskosten, want er is minder beregening nodig dan bij mais. Daarnaast is minder (kunst)mest nodig voor de teelt in vergelijking met mais. Ook op het gebied van diergezondheid zijn er mogelijk voordelen te halen.Sorghumkuil wordt graag opgenomen door melkvee en de melkproductieresultaten zijn goed. Qua kosten is de teelt van sorghum mogelijk iets gunstiger dan die van snijmais, maar de drogestofopbrengsten zijn vaak wat lager. Door veehouders wordt aangegeven dat het product door onvoorspelbare zomers teelttechnisch lastig kan zijn, maar dat het een welkome aanvulling is in het rantsoen.
In teeltproeven is naar deze verschillende aspecten gekeken en de bevindingen zijn kort weergegeven in deze brochure.
Samenwerking
Het onderzoek is uitgevoerd door het Louis Bolk Instituut en Wageningen Livestock Research in samenwerking met Maatschap de Milliano-Meijer, Dusormil Sorghums, CZAV en DSV Zaden Nederland. Het is gefinancierd door Topsector Agri & Food, ZuivelNL, Melkveefonds en de provincie Noord-Brabant.
Ambitie provincie
Dit project draagt bij aan de ambities van de provincie voor de landbouw- en voedselketen van morgen, zoals beschreven in het beleidskader Landbouw en Voedsel 2030. Daarbij stelt de provincie zich onder andere ten doel dat de Brabantse landbouw- en voedselproductie in 2030 de meest duurzame in Europa is. Met dit onderzoek wil de provincie er samen met partners voor zorgen dat de Brabantse landbouw– en voedselketen een positieve bijdrage levert aan de Europese klimaatdoelstellingen en aan een gezonde leefomgeving.