Een nationaal park vol agrarische verdienmodellen

03-03-2021

Een gebied vol prachtig natuur- en cultuurlandschap waar je met duurzame agrarische activiteiten een boterham kunt verdienen. Dat is Van Gogh Nationaal Park. Anneke Boezeman en Jan Buys delen hun enthousiasme.

Zij was de afgelopen twee jaar kwartiermaker voor Van Gogh Nationaal Park en is er nu ‘directeur Regie’ van het kersverse Parkbureau, hij is projectleider van Brabants Bodem. Als er twee mensen te vinden zijn die alles weten van Van Gogh Nationaal Park, dan zijn het Anneke Boezeman en Jan Buys.

‘Met het dna van Vincent van Gogh zal hier het landschap van de toekomst ontstaan, groen tot in het hart van de steden en dorpen,’ zegt Anneke Boezeman. ‘Bij dat dna hoort verbeeldingskracht, creativiteit, vernieuwingsdrang, durf en grote passie voor natuur, landschap en de mens. Waar we in Nederland van oudsher gewend zijn dat nationale parken alleen bestaan uit natuurgebieden, biedt Van Gogh Nationaal Park nieuwe stijl ook een kans voor ondernemende agrariërs. Sterker nog, met hun aanpak maken zij het park alsmaar mooier én ze verdienen er een boterham mee.’

Dat park kent vier ontwikkellijnen: Natuur & Landschap, Stad & Land, Recreatie & Toerisme en Landbouw & Voedselproductie. Jan Buys: ‘De vraag voor die laatste ontwikkellijn is: hoe kunnen we een nieuw economisch perspectief organiseren voor die agrarische ondernemers die bijdragen aan de kwaliteit van Van Gogh Nationaal Park? Op die vraag willen we met Brabants Bodem een antwoord geven. Binnen de ontwikkellijn Landbouw & Voedselproductie is Brabants Bodem het grootste en meest gezichtsbepalende project.’

Over welke vormen van landbouw hebben we het dan?

Jan Buys: ‘Dat willen we niet al aan de voorkant invullen. Dus niet dat we een hoepeltje omhoog houden en mensen vragen om daar alsjeblieft maar even doorheen te springen.’

Hoe dan wel?

Jan Buys: ‘We willen aangeven wat belangrijk is voor de kwaliteit van Van Gogh Nationaal Park en dat vertalen naar verdienmogelijkheden voor de ondernemers. Vanuit het perspectief van voedselvoorziening kun je beter voedselgewassen telen dan vee houden. Qua landschap is dat echter niet altijd een verbetering en veel grond is er niet voor geschikt – preiteelt op jonge ontginningen is vragen om nitraat in het grondwater. We zijn dan ook op zoek naar agrariërs die willen bijdragen aan de kwaliteit van Van Gogh Nationaal Park – denk aan biodiversiteit, een goede bodem en een mooi landschap – én hun aanpak terugzien in hun verdienmodel.’

Heb je een voorbeeld van hoe ze dan geld zouden kunnen verdienen?

Jan Buys: ‘Ik heb er zelfs twee. Onlangs maakte de Rabobank bekend dat ze in “carbon banking” stapt: het kopen en verkopen van CO2-certificaten. Wij van Brabants Bodem helpen mee aan het ontwikkelen van een systematiek waarin bedrijven of organisaties hun CO2-emissie compenseren door melkveehouders te betalen als ze hun grasland niet meer scheuren, dus niet meer omzetten in mais, prei of een ander gewas. Zo ontstaat blijvend grasland waarin zich organische stof ophoopt. Dat is tegelijk goed voor de bodem, het grondwater, enzovoort.

‘Een ander voorbeeld is het project “Biodiversiteitsmonitor melkveehouderij”. We schrijven agrariërs daarbij niet voor hoeveel ze van zus of zo moeten produceren of hoe weinig ze mogen uitstoten, nee, we hebben dertien duurzaamheidsindicatoren (KPI’s) geformuleerd waarop ze punten kunnen scoren. De ene boer vult het zus in, de andere zo, maar het gaat om de resultaten. Hoe hoger de score, hoe hoger de beloning.’

Wat is de grootste uitdaging in dit project?

Anneke Boezeman: ‘De grootste en mooiste uitdaging is dat de vijftig partners zelf uitvoering geven aan dit concept en kansen grijpen, omdat ze de meerwaarde zien van deze gezamenlijke koers. De eerste tekenen zijn gunstig, want onlangs is een samenwerkingsovereenkomst getekend voor drie jaar. Daarin staat dat ze de koers in het Masterplan onderschrijven en dat ze als partner ook met eigen mensen en middelen aan de slag gaan om een nog mooier landschap te realiseren dat economisch, ecologisch én sociaal rendeert, met Van Gogh als inspiratie.’

Jan Buys: ‘Qua landbouw en voedselproductie is de grote uitdaging om de maatschappelijke waarde van het park te koppelen aan de economische waarde van producten die de agrarische ondernemer produceert.’

Maak die ‘maatschappelijke waarde’ eens concreet?

Jan Buys: ‘Dat je als inwoner van Tilburg de stad uit fietst en denkt: “Jeetje, wat is het hier mooi!” En vervolgens zie je dat de groente die je afgelopen week in de buurtwinkel of de supermarkt hebt gekocht, is geteeld in Van Gogh Nationaal Park. Dat de burger zich mede-eigenaar voelt van dat landschap: dat is voor mij maatschappelijke waarde. En met Brabants Bodem willen we bereiken dat zich dat ook vertaalt in het verdienmodel van ondernemers.’

Anneke Boezeman: ‘En dat Tilburgers dus niet meer allemaal naar de Loonse en Drunense Duinen hoeven en bezoekers zich meer verspreiden. Fijn voor de natuur en de mensen zelf.’

Het doel is een park dat midden in de maatschappij staat?

Jan Buys: ‘Exact. En geografisch klopt dat ook mooi, want Van Gogh Nationaal Park ligt tussen de vijf grote Brabantse steden Eindhoven, Helmond, ‘s-Hertogenbosch, Tilburg en Breda in.’

Anneke Boezeman: ‘Sterker nog, het strekt zich uit tot in die steden. Agrarische cultuurlandschappen horen bij Van Gogh Nationaal Park. Maar ook steden en dorpen horen erbij. Het gaat om beleefbaarheid, versterking van de economie en een gezonde, mooie leefomgeving voor en betrokkenheid van inwoners, vrijwilligers en ondernemers.’

Afbeeldingen

Cookie-instellingen