Natuurinclusief boeren is ondernemen op Champions League niveau

21-06-2021
1111 keer bekeken

Als ondernemerscoach helpt Gerard Willems Brabantse melkveehouders om de mogelijkheden voor natuurinclusieve landbouw voor hun bedrijf te onderzoeken. Lees in het VanColland Magazine een interview met hem en met Siebe van de Crommert, jonge melkveehouder in omschakeling geholpen door Gerard Willems.

Bron artikel: VanColland
Tekst: Elte Palm (Colland)
Foto's: ZLTO

Er is steeds meer vraag naar duurzaam boeren. Voorbeelden zijn kringlooplandbouw, klimaatneutraal, agro-ecologie, biologische landbouw en ook natuurinclusieve landbouw. Gerard Willems is ondernemerscoach namens ZLTO. Hij helpt Brabantse melkveeboeren om de mogelijkheden voor natuurinclusieve landbouw voor hun bedrijf te onderzoeken. Wij vroegen hem hoe dat in zijn werk gaat en wat de kern is van natuurinclusieve landbouw.

“Waar kringlooplandbouw zich richt op het circulair krijgen van de boerderij, richt natuurinclusieve landbouw zich ook op de natuur. Hierbij zorg dat je op een manier produceert die niet de natuur niet belast maar bevordert.
De focus ligt hier veel meer op het bevorderen van biodiversiteit,” aldus Gerard Willems. 

Zijn er nog meer kenmerken? 

“Het bedrijf moet blijvend beschikken over voldoende grond voor een veebezetting van maximaal 2 GVE (GrootVeeEenheden) per hectare. Het aantal GVE per hectare of melkproductie per hectare zegt iets over de grondgebondenheid. Hoe minder GVE per hectare, hoe meer grond voor het vee. Je hoeft dan minder kunstmest te gebruiken waardoor je duurzamer bezig bent.”

De focus ligt op biodiversiteit. Hoe meet je dat?

“FrieslandCampina, Rabobank en het Wereld Natuur Fonds hebben een landelijke biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BMM) ontwikkeld om biodiversiteitsresultaten te meten. Daaruit is de Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BBM) ontstaan die verder is ontwikkeld en zich specifiek richt op de doelstellingen binnen het Brabantse gebied: waterkwaliteit verbeteren, een vitale bodem en een aantrekkelijk landschap creëren.
In deze pilot werkt ZLTO onder andere samen met het Ministerie van LNV, Provincie Noord-Brabant en een aantal Brabantse waterschappen”.

Hoe gaat u te werk?

“Ik help vooral boeren die aan het begin staan, niet die nog een laatste stap moeten maken. Als coach leg ik de boeren uit wat natuurinclusief ondernemen is, hoe het transitiepad eruit ziet en hoe je die moet bewandelen. Met de boer kijk ik dan naar belangrijke zaken zoals bodem en water, biodiversiteit en grondgebondenheid. Grondgebondenheid is de balans tussen mestplaatsing en de ruwvoerwinning op een melkveebedrijf.
En dat is samen met een goede bodemkwaliteit de basis voor de voervoorziening op natuurinclusieve melkveebedrijven.”

Hoe rendabel is natuurinclusief ondernemen?

“Het moet niet alleen duurzaam zijn voor de bodem en de natuur, maar ook financieel duurzaam voor de boer anders is het niet rendabel. Je moet als boer dus op zoek naar een sluitende begroting en dat is voor intensieve bedrijven met een hoge kostprijs een flinke uitdaging. Voor boeren die een natuurinclusief plan willen maken, biedt de Provincie Noord-Brabant een coach en subsidie aan. Ik vind het vooral belangrijk om ondernemers hierin te
ondersteunen zodat ze de juiste stappen maken.”

Waar liggen de grootste uitdagingen?

“Er is veel vraag naar natuurinclusief ondernemen. Daar ligt het niet aan. Maar je moet als boer omschakelen van een intensieve melkveehouderij naar een extensieve melkveehouderij. En naar maximaal 2 GVE per hectare waar dat nu vaak 3, 4 of meer eenheden zijn. Dan moet een boer de veestapel halveren of meer grond zien te vinden. Dus van kwantiteit naar kwaliteit. Dat vraagt om een andere mind-set en een goed doordacht plan anders ben je achteruit aan het
boeren. Het rendement van ‘gewoon’ boeren’ is vele malen hoger. Meer grond vinden is overigens ook een uitdaging. Een oplossingsrichting kan erfpachtconstructie zijn. De provincie Noord-Brabant kan in bepaalde gevallen betaalbare erfpachtgronden aanbieden aan boeren die de omslag willen maken.”

En waar liggen de kansen?

“Een mooi voorbeeld is melkveehouder Siebe van de Crommert. Hij is een enthousiaste en hoogopgeleide jongeman die al een kaasmakerij en een winkel heeft geopend. Hij werkt samen met Waterschap Aa en Maas, Staatsbosbeheer en de gemeente om natuur te beheren in een aangrenzend natuurgebied. Je moet dus alles weten over grond, koeien, kaasmaken, klantcontact en natuurbeheer. Er liggen dus kansen maar dat vraagt ondernemerschap en creativiteit. En de focus ligt op hoe je je bedrijf toekomstbestendig kunt maken. Natuurinclusief boeren is echt ondernemen op Champions League niveau.”

Wat zijn de ervaringen tot nu toe?

“We staan aan het begin van een enorme transitie. Het belangrijkste is dat er veel boeren zijn die de omslag willen maken dus de eerste stappen zijn gezet. Staatsbosbeheer is inmiddels ook met 40 experimenten gestart maar het duurt nog wel even voordat we de eerste resultaten kunnen meten. Maar het ziet er veelbelovend uit.”

Siebe van de Crommert

Siebe van de Crommert is een jonge melkveehouder die de omslag wil maken naar natuurinclusief. Hij wordt daarbij geholpen door Gerard Willems (ZLTO). Wij vroegen hem waar zijn liefde voor de natuur vandaan komt en tot waar zijn ambities gaan als ondernemer? 

Waarom wil je natuurinclusief worden?

“Ik kom uit een boerengezin en de liefde voor de natuur is met de paplepel ingegoten. Samen met mijn ouders run ik op dit moment het familiebedrijf: de melkveehouderij. In 2016 heb ik besloten om het bedrijf over te nemen en ook om het duurzamer aan te pakken. Ik ben jong en als ik nu de omslag niet maak, dan doe ik het waarschijnlijk nooit meer.”

Wat houdt die omslag in?

“Het gaat in kleine stapjes. Ik begon als groene en duurzame ondernemer, maar uiteindelijk wil ik natuurinclusief ondernemer worden. Natuurinclusief ondernemen betekent echt op een hele andere manier met de koeien en de grond omgaan. Het is niet te vergelijken met een normaal melkveehouderbedrijf. Het draait om waarde toevoegen aan de omgeving in
de vorm van verbeterde water- en bodemkwaliteit, biodiversiteit en luchtkwaliteit. Daar liggen mijn ambities en ik geloof echt dat het de toekomst is.”

Waar begin je?

“De eerste stap was extensiveren, dus zo min mogelijk ingrijpen in de natuur. Dat betekent bijvoorbeeld geen gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Dat heeft geresulteerd in een kaasmakerij en een winkel waar we onze eigen kaas verkopen. De ongepasteuriseerde melk komt van onze eigen koeien die lokaal kwaliteitsvoer krijgen. De tweede stap was om de GVE terug te brengen naar twee. Samen met een andere boer uit de buurt en met behulp van Waterschap en Aa en Maas hebben we nu extra hectare grond om te gebruiken.” 

Wat is voor jou de grootste uitdaging op dit moment?

“Het omschakelen naar biologisch, dus het geen gebruik maken van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Maar dit zie ik als een positieve uitdaging. Verder hebben we te maken gehad met veel droogte waardoor we nu minder veevoervoorraad hebben.” 

Krijg je nog hulp en advies van buitenaf

“Waterschap Aa en Maas heeft geholpen met het verkrijgen van extra hectares grond. Van de Provincie Noord-Brabant heb ik 10.000€ subsidie ontvangen. En Gerard Willems van ZLTO staat mij met raad en daad bij. Hij is een ondernemercoach met veel ervaring en heeft een plan gemaakt waarin voor mij de grootste kansen liggen. Daarnaast is hij de schakel tussen mij en de Provincie.” 

Waar sta je over vijf jaar?

“Over vijf jaar wil ik volledig biologisch zijn. Dat moet de basis zijn voor al onze producten zoals de kaas, zuivel, worst en jam. Maar uiteindelijk streef ik naar synergie tussen verschillende voedselproducten en de natuur. Waar verschillende dieren, planten en bomen op één perceel samenkomen. Dat moet zorgen voor meer biodiversiteit. De uitdaging hierbij is dat het ook financieel rendabel moet zijn.” ■

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen