Reactie Brabant op uitspraak emissiearme melkveestallen

08-09-2022

De Taskforce Toekomstbestendige Stallen brengt kennis, netwerken, financiën, praktijkvoorbeelden en technologische oplossingen samen voor de toekomstbestendigheid van de veehouderij. Wij helpen veehouders en leveranciers met het ontwikkelen van innovatieve stalsystemen en de uitdagingen bij implementatie. Een innovatie kan alleen succesvol bijdragen aan een transitie als de innovatie maatschappelijk ingebed raakt. Daar komen technische, economische, juridische en maatschappelijke aspecten bij kijken (zie figuur 1). De implementatie van innovatie voor een duurzamere voedselketen vraagt samenwerking op al deze fronten. Zo verbinden we ontwikkelaars van stalsystemen, technologie, deskundigen en onderzoeksorganisaties om te komen tot integrale oplossingen.

Uitdagingen

De veehouderijsector staat voor allerlei uitdagingen. Het verlagen van schadelijke emissies zoals stikstof, CO2, methaan en geur is er hier maar één van. De Taskforce is ervan overtuigd dat slimme technologieën helpen om de stallen op een duurzame wijze toekomstbestendig te maken. Dat is in het belang van het dier, de boer, de leefomgeving en de economie. Diverse bedrijven hebben slimme oplossingen voor een deel van deze problematiek, maar er is een sterke behoefte aan integraliteit.

In Brabant zijn deze uitdagingen extra urgent. Vanaf 1 juli 2024 moeten stallen die ouder zijn dan 15 jaar (rundvee 20 jaar), voldoen aan de reductie-eis van de Omgevingsverordening Noord-Brabant (OV). De nieuwe wet- en regelgeving betekent voor veehouders dat ze moeten investeren in emissie reducerende technieken. Wilt u als veehouder weten wat mogelijke oplossingsrichtingen zijn? Kijk dan eens onder ‘Ik moet mijn stal (ver)bouwen’.

Nieuws

Op woensdag 7 september deed de Raad van State een uitspraak over natuurvergunningen voor emissiearme melkveestallen. Gedeputeerde Staten van Brabant geven hierop een reactie.

Uit de uitspraak van de Raad van State blijkt dat er twijfels bestaan over de vastgestelde emissiefactor voor melkveehouderijen met stalsystemen van het type A1.13 en A1.28. Dat betekent dat in die gevallen alleen nog een vergunning verleend kan worden als uit een passende beoordeling met zekerheid blijkt dat de natuur geen schade oploopt. Welke gevolgen de uitspraak heeft voor melkveehouders om te voldoen aan de reductie-eisen die in de Brabantse Interim Omgevingsverordening (IOV) staan, is onderwerp van nadere studie. In de IOV stellen we ammoniak reductie-eisen, hoe een veehouder dat bereikt laten we bij de ondernemer. In de praktijk is dat vaak met een emissiearm stalsysteem, maar dat kan ook (aangevuld) met andere maatregelen zoals ander voer of minder vee. Daarnaast bestaan er naast de twee systemen waar de uitspraak betrekking op heeft, nog andere emissiereducerende stalsystemen.

Omdat de genoemde stalsystemen gangbaar zijn, ook in Brabant, wordt ook onderzocht wat de exacte consequenties van de uitspraak zijn voor de vergunningverlening in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb). Daarvoor is het essentieel dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mede op basis van het lopende onderzoek naar de effectiviteit van emissiearme stallen, snel duidelijkheid biedt. Pas dan kan Brabant nadere stappen nemen.

Gedeputeerde Elies Lemkes-Straver wil zo spoedig mogelijk in overleg treden met het ministerie om aan te dringen op zo snel mogelijk kenbaar maken van de resultaten van het onderzoek om onze boeren duidelijkheid te kunnen geven over deze systemen. Pas dan kan worden bezien of dit gevolgen heeft voor de vergunningverlening en voor uitvoering van de Routekaart stalaanpassingen 2024.

Lees ook de uitspraak Raad van State 7 september2022: Onzeker of emissiearme stallen doen wat ze beloven - Raad van State

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen