Kansen voor natuurinclusieve landbouw

08-06-2020
{0} reacties

Melkveehouder Henri van den Boomen maakt zich als voorzitter van het Brabants Agrarisch Jongeren Kontakt (BAJK) hard voor ondersteuning van jonge boeren. Want de 1100 agrarische jongeren in het netwerk van BAJK staan allemaal voor de uitdaging een boerenbedrijf over te nemen

en hebben behoefte aan hulp bij het bedenken van een goed verdienmodel. Henri weet zelf hoe lastig dat is, maar ziet voor zijn eigen bedrijf kansen in natuurinclusieve landbouw.

Verdienmodel met natuur geeft meer waarde aan product

Henri van den Boomen is 30 jaar en wil samen met zijn broer het melkveebedrijf van hun ouders in Westerhoven overnemen. Ze hebben nu 150 melkkoeien en 100 stuks jongvee. Het jongvee en de droge koeien zijn zoveel mogelijk buiten en grazen op natuurgrond. De melkkoeien staan ongeveer acht uur per dag in de wei. Henri is trots op het keurmerk weidegang dat het bedrijf heeft. Dat betekent dat zijn koeien tenminste 120 dagen per jaar zes uur per dag in de wei lopen. Zijn broer en hij willen in de toekomst blijven boeren met de natuur, maar werken nog aan een goed verdienmodel voor de overname.

“Schaalvergroting is in Nederland al bijna niet meer mogelijk,” zegt Henri. Gelukkig zijn er andere mogelijkheden om te groeien, bijvoorbeeld door meer waarde aan je product te geven. Dat kan met een verdienmodel op natuurgrond. “Er wordt op Europees niveau gewerkt aan een ecologische verbindingszone die gedeeltelijk op onze huiskavel ligt. Het is een kans voor ons bedrijf om zelf natuur te realiseren die aansluit bij het omringende natuurgebied. De provincie heeft een bedrijf in de buurt opgekocht. Wij willen het liefst een deel van die grond omzetten naar natuurgrond. Daardoor wordt de grond minder waard, maar het Groen Ontwikkelfonds Brabant compenseert de afwaardering van de grond. Wij zorgen voor natuurontwikkeling, houden ons aan de eisen die aan natuurgrond gesteld wordt en laten onze dieren daar grazen. Voor het kruidenrijk grasland krijgen we ook subsidie. Op die manier genereren wij extra inkomsten.”

Jonge boeren hebben behoefte aan begeleiding naar natuurinclusief

Er is onder de leden van BAJK nog niet veel interesse in natuurinclusief boeren, zegt Henri. De boeren die wel aan de slag willen met deze natuurlijke vorm van landbouw moeten daar iets mee kunnen verdienen. “Daarom moet je een goed plan hebben. Daarnaast is het slim om meerdere partijen bij je plan te betrekken, zoals een verwerker van je product en consumenten. Er is veel mogelijk, op kleine schaal en op grote schaal: van het zaaien van bloemen in je akkerranden en het ophangen van vogelkasten, tot weiden op natuurgrond.” 

Je kunt dus klein beginnen, maar helaas is het omvormen naar natuurinclusieve landbouw volgens Henri een lastig proces. “Dat weerhoudt mensen ervan om ermee aan de gang te gaan. Er zijn veel stappen nodig om natuurlijk te boeren: je moet denken aan je afzet, hoe je aan grond komt, hoe je subsidies binnenhaalt en hoe je een goed plan maakt. Daarvoor is ondersteuning nodig. Misschien moet het BAJK-jongeren daarin ook beter begeleiden.” Henri vermoedt dat juist de boeren in de leeftijd tot 35 jaar ontvankelijk zijn voor natuurlijk boeren. “De meeste boeren nemen rond hun 40e een bedrijf over. Als je vóór de overname al nadenkt over natuurinclusieve landbouw, dan kun je dat meenemen in je overnameplan en in de investeringen die je toch moet doen. Voor de jonge boer die het bedrijf nog niet (helemaal) heeft overgenomen, is er de uitdaging van een mogelijke generatiekloof: je kunt natuurinclusief interessant vinden, maar vinden je ouders dat ook?”

Aan de slag met natuurinclusieve landbouw

De ouders van Henri hebben al veel aandacht voor natuurinclusieve landbouw. Daarom is het voor Henri logisch dat hij deze manier van boeren voortzet. “Alleen de regelgeving is nog een uitdaging voor natuurlijk werken. In 2022 moeten alle veehouders in Brabant een emissievrije stal hebben gerealiseerd. Voor melkkoeien zijn daar systemen voor bedacht waarbij de urine en de vaste mest in de vloer gescheiden worden opgevangen. Maar er is nog geen enkel systeem goedgekeurd voor het jongvee. Het zou fijn zijn als de overheid daar meer duidelijkheid over kan geven, zodat de boeren aan de slag kunnen.” Henri heeft al meteen een goede oplossing die de ammoniakuitstoot vermindert en de weidegang stimuleert. Hoe vaker koeien in de wei staan, hoe minder ammoniak ze uitstoten. Ammoniak ontstaat namelijk als urine en vaste mest samenkomen in de stal. Omdat de koeien van Henri vaker dan de vereiste 720 uur in de wei staan, stoten ze minder ammoniak uit. “Het zou daarom mooi zijn als je de uren die de koeien in de wei staan mee kunt nemen in de berekening van ammoniakuitstoot.” 

Henri zoekt naar manieren om meer waarde te creëren voor een product dat op natuurlijke wijze is geproduceerd. “Er liggen voor ons kansen in zelf producten maken en het zoeken van een lokale afzetmarkt via een korte keten. Daarnaast willen we samenwerken met akkerbouwers uit de regio om de kringloop groter te maken. We krijgen voor al onze plannen hulp van verschillende coaches en van FoodUp Brabant. Uiteindelijk willen we misschien wel omschakelen naar biologisch, maar er zijn eerst nog genoeg stappen te zetten voor natuurinclusieve landbouw.”

Afbeeldingen

Cookie-instellingen