Marcel en Tonnie Ebben hebben een akkerbouwbedrijf in Groeningen. Ze vertelden dat ze sinds 1980 (“bij ons pa en ma”) niet meer zo’n wateroverlast hadden meegemaakt. Wat in de winter te overzien is, maar nu! Op het hele aardappelveld stond 3 meter water. Dat betekent dat niet alleen de oogst van dit jaar verwoest is, maar ook vrezen voor de vervolgschade. Hun poters (“zelf gekweekt: ijzersterk en virusvrij”), die ze hard nodig hebben voor de oogst van volgend jaar, zijn met de oogst van dit jaar ook verloren gegaan.
Achtergebleven rotzooi
Ook melkveehouder Peter van Bree uit Vortum-Mullem zag al zijn grasland en mais onder het water verdwijnen. Gelukkig waarschuwde Staatsbosbeheer, waar hij de gronden van pacht, hem op tijd om zijn vee binnen te halen. Nu het water een beetje aan het zakken is, zien ze de rotzooi die achterblijft: “al dat plastic en die dode ratten, we moeten het zorgvuldig weghalen, anders kunnen we het gras niet meer gebruiken”.
Herbegrenzing hoogwatergebied
Elies Lemkes-Straver, gedeputeerde Landbouw in Brabant, is getroffen door de keiharde gevolgen van het wassende water voor de agrarische sector in het Maasheggen gebied. Ze pleit voor een nauwkeurige definitie van het hoogwatergebied die rechtdoet aan geleden schade buiten de provincie Limburg: “Het water houdt niet op bij de provinciegrens. Ik heb gezien hoe noodzakelijk het is dat ook Brabantse boeren aanspraak kunnen maken op de WTS (Wet tegemoetkoming schade bij rampen), ook zij zijn hard gedupeerd.”