Het Ulvenhoutse Bos bij Breda heeft flink te lijden onder stikstofdepositie, die daarom moet worden teruggebracht. Maar in de directe omgeving liggen meer belangrijke opgaven. Daarom is hier gekozen voor een ‘gebiedsgerichte aanpak’:
betrokken partijen zetten er samen de schouders onder en blijken bereid hun belangen niet klakkeloos boven die van een ander te stellen. “Voor een totale oplossing heb je alle partijen nodig.”
Het Ulvenhoutse Bos: een klein bosgebied in de gemeente Breda, nabij Ulvenhout en knooppunt Sint-Annabosch, waar de rijkswegen A58 en A27 elkaar ontmoeten. Het is één van de oudste Nederlandse bossen, gekenmerkt door natte broekbossen en eiken-haagbeukenbossen. Als Natura 2000-gebied geniet het extra bescherming. Die is nodig, want er slaat fors meer stikstof neer dan het Ulvenhoutse Bos aankan. Het is daarom aangewezen als natuurherstelgebied.
Behalve onder stikstof lijdt het gebied eveneens onder verdroging. De laatste decennia is het grondwaterpeil er drastisch gedaald, terwijl het schone en mineralenrijke kwelwater is afgenomen omdat in brongebieden het water versneld wordt afgevoerd. Staatsbosbeheer wil deze kwelstroom herstellen en daarmee de soortenrijkdom van dit natuurgebied behouden en versterken. Inmiddels wordt aan de rand van het bos ongezonde, fosfaatrijke grond afgegraven.
Ook in de omgeving van het Ulvenhoutse Bos staat het nodige te gebeuren: enerzijds woningbouwplannen en uitbreiding van bedrijventerreinen, anderzijds de verbreding van de A58 en de mogelijke reconstructie van knooppunt Sint-Annabosch.
Meer begrip voor elkaar
Er zijn dus op meerdere fronten maatregelen nodig. Daarom is er gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak, waarbij belanghebbenden met elkaar zoeken naar samenhangende oplossingen. Dat doen ze niet alleen in het natuurgebied, maar zeker ook in het wijdere beïnvloedingsgebied eromheen. Juist in deze overgangszone – vaak grotendeels agrarisch gebruikt – liggen kansen voor win-win oplossingen die in de komende decennia het verschil kunnen maken. De samenwerkingspartners worden onder meer bij elkaar gebracht aan een ‘gebiedstafel’. Troffen de deelnemers elkaar als gevolg van corona met name via videoconferenties, op 19 juli was er eindelijk een fysieke bijeenkomst op het Landgoed Ulvenhart, nabij het Ulvenhoutse Bos. Het was verfrissend om elkaar weer eens te ontmoeten en recht in de ogen te kunnen kijken.
Dat bleek al tijdens de aftrap met presentaties over de drie pijlers: hydrologie/natuur, ruimtelijke ontwikkelingen en perspectief voor de landbouw. De eerste werd verzorgd door Alfons Keizer, bij Staatsbosbeheer projectleider Natura 2000 Ulvenhoutse Bos: “Ik heb onze ideeën geventileerd en daar konden anderen dan op schieten. Je weet nu beter wat er speelt bij de overige partijen. Zo ontstaat er ook meer begrip voor elkaar.”
Duurzaam perspectief land- en tuinbouw
Zelf werkt Staatsbosbeheer bij dit project al sinds 2016 samen met de provincie Noord-Brabant, gemeente Breda en Waterschap Brabantse Delta. Maar zoals gezegd staat ook in de omgeving van het bos het nodige op stapel. Bovendien is ook hier de landbouw in transitie en is een duurzaam perspectief voor de boerenbedrijven in het gebied belangrijk. In de gebiedsgerichte aanpak zijn daarom ook de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), Rijkswaterstaat, Brabant Water en de gemeente Alphen-Chaam aangesloten.
Projecten kunnen niet verder
De ZLTO voerde de afgelopen maanden 25 ‘keukentafelgesprekken’ met agrariërs in het plangebied. Keizer denkt dat Staatsbosbeheer daar zeker zijn voordeel mee kan doen: “De ZLTO heeft breed onderzocht wat er leeft onder leden en niet-leden. Bijvoorbeeld hoeveel procent geen opvolger heeft, of zegt onvoldoende geïnformeerd te zijn. Dat zijn wel signalen waar je iets mee moet.” Boeren zonder opvolger wekten dan weer de interesse bij projectmanager Marco Bakermans van Rijkswaterstaat: “Als je beweging krijgt in de landbouw, dan komt er mogelijk stikstofruimte vrij in die sector. Die nemen wij met plezier over.”
Rijkswaterstaat is namelijk geconfronteerd met projecten rond de A58 die door het Ulvenhoutse Bos niet verder kunnen. Het natuurgebied ligt in de oksel van de A58 en A27, dus stikstof komt daar van twee kanten het bos in. “Voor de verbreding van de wegdelen Galder-Breda en Breda-Tilburg hebben we geen stikstofcompensatie meer. Daarvoor moeten we andere oplossingen bedenken”, zei Bakermans.
Alle partijen nodig voor oplossing
Een gebiedsgerichte aanpak kan daarbij uitkomst bieden. En niet alleen dat, het brengt partijen bijeen die elkaar anders moeilijker hadden gevonden. Volgens ZLTO-medewerker Patrick van de Rijdt is Rijkswaterstaat bijvoorbeeld een organisatie waarmee hij niet vaak aan tafel zit, daar waar boeren en waterschappen vrijwel dagelijks contact hebben. “En voor een totale oplossing heb je alle partijen nodig”, weet hij. “Door dit proces krijgen andere partijen eveneens op het netvlies waarom de agrarische sector nog steeds een belangrijke speler is in het gebied.”
Samen aan de gebiedstafel
Uiteindelijk groepeerden alle deelnemers aan de werksessie op Landgoed Ulvenhart zich om twee tafels. Daarop werden kaarten met ieders plannen en wensen letterlijk over elkaar heen gelegd en besproken. Er volgde discussie. “We hebben Rijkswaterstaat meegegeven dat ze bij een reconstructie van knooppunt Sint-Annabosch rekening moeten houden met een minimale grondwaterstand”, zo stipte Keizer namens Staatsbosbeheer aan.
Maar hier, op anderhalve meter van elkaar, was er met name een luisterend oor. In gezamenlijkheid werd de aanzet gegeven tot een gebiedsvisie. Deze wordt uitgewerkt tot een gebiedsplan met concrete maatregelen. Die dragen ertoe bij dat het bos weer gezond wordt en de land- en tuinbouw perspectief houdt. Omwonenden en ondernemers worden daarbij straks ook betrokken.
Van de Rijdt (ZLTO): “Het zal straks op enig moment gaan schuren, maar dan helpt het dat je al een jaar lang met elkaar vertrouwen hebt opgebouwd. Als er dan een discussie komt, weten partijen wat ze aan elkaar hebben.” Ook Bakermans (Rijkswaterstaat) zei te verwachten dat deze integrale aanpak meerwaarde heeft: “Dan kom je mogelijk op andere oplossingen voor de weg uit dan wanneer we het alleen vanuit de infrastructurele sector zouden beredeneren. Er is bereidheid om te schuiven.”
Dilemma’s delen
Het is een goede zaak om op deze manier met elkaar dilemma’s te delen en daarmee ook begrip voor elkaars standpunten en belangen te krijgen, concludeerde Van de Rijdt. “Van daaruit gaan we nu heel voorzichtig verder werken.”