De masterclass is bedoeld voor ondernemers uit alle sectoren (melkvee, intensief en landbouw). Het gaat om een eerste verkenning van het dilemma en inzicht in de uitdagingen die voor ons liggen.
Inhoud
Vragen die aan de orde komen zijn: Wat speelt er? Wat is nu precies het probleem? En waarom ligt er een verantwoordelijkheid bij de agrarische sector? Tijdens de masterclass wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven in de theorie achter handelingsperspectieven die op bedrijfsniveau kunnen bijdragen aan het verminderen van de stikstofemissie.
Deskundigen nemen de deelnemers mee in feiten en cijfers, geven handreikingen en maken oplossingen bespreekbaar.
Programma
De masterclass wordt op locatie aangeboden. Mochten er vanwege coronamaatregelen beperkingen zijn voor een fysieke deelname, dan zal de masterclass online worden gegeven.
Sprekers:
Prof.dr.ir. Wim de Vries: hoogleraar bij de leerstoelgroep Milieusysteemanalyse van Wageningen University & research.
Prof. dr. Oene Oenema: Werkzaam bij Wageningen University & Research, deels als bijzonder hoogleraar nutriëntenmanagement en bodemvruchtbaarheid.
Dr. Ir. Joost van den Borne: lector Healthy Farming aan HAS Hogeschool.
Henk Valk: Docent melkveevoeding bij Aeres Hogeschool Dronten.
De studiebelasting is 3 uur.
Voor wie?
De masterclass is specifiek gericht op de agrarische ondernemer. Ook studenten en docenten zijn welkom om deze masterclass gratis te volgen. Deze masterclass is niet voor andere doelgroepen toegankelijk.
De inspiratiesessie Stikstof in de landbouw is speciaal ontwikkeld voor erfbetreders, adviseurs, beleidsmakers en andere geïnteresseerden die meer willen weten over de vraagstukken en oplossingen rondom stikstof.
Data
De masterclass wordt gegeven op de volgende data. Je schrijft je in voor één van deze 2 data.
- 29 maart 13.00 - 16.00 Campus WUR Wageningen
- 7 april 13.00 - 16.00 Van Hall Larenstein
Deelname
Geinteresseerden kunnen zich inschrijven via de website van de HAS.
De masterclass is gratis, maar alleen met aanmelding toegankelijk. Een voucher inleveren is dus niet nodig.
Na succesvolle afronding van het traject ontvangen de deelnemers een certificaat van kennisinstellingen.