Lea en Jos Keijzers runnen al bijna dertig jaar een melkgeitenbedrijf in Liessel. Maar de laatste jaren is de natuur leidend in hun bedrijfsvoering. ‘Onze omslag is ingezet na de ruiming in 2010,’ zegt Lea Keijzers. Jos beaamt het: ‘We zijn gestopt met zoveel mogelijk produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs.’ Lea: ‘Die extra stal die we mochten bouwen, is er niet meer gekomen.’ Jos: ‘Rentmeesterschap is voor ons heel belangrijk. De grond die wij straks doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen, moet er beter aan toe zijn dan toen wij hier begonnen. De grond willen we niet uitputten, maar verrijken.’
Landbouw en natuur hand in hand
Op het bedrijf van de maatschap Keijzers is duidelijk te zien waar agrarisch natuurbeheer toe leidt. Studenten die hier onderzoek deden, waren zeer enthousiast over wat zij aantroffen: van een torenvalk, groenlingen en zwartkoppen tot een grote diversiteit aan insecten en bloemen. Er zijn 9 meter brede randen om het perceel, met een totale lengte van 1400 meter, die vol staan met verschillende soorten kruiden en grassen. Daarnaast een halve hectare aan bijenvriendelijke stroken (goed voor flora en fauna) en de aanplant van rijen walnotenbomen in combinatie met akkerbouw (‘agroforestry’). Bovendien is net een gloednieuwe oeverzwaluw- en ijsvogelwand aangelegd én een natuurvriendelijke oever.
Elies Lemkes-Straver, gedeputeerde Landbouw, Voedsel, Bodem en Brede Welvaart: “Maatschap Keijzers is een prachtig voorbeeld van een bedrijf dat zorgvuldig omgaat met zijn omgeving, goed nadenkt over wat ze achterlaten en door nu te investeren in bodemvriendelijke gewassen, opbrengsten in de toekomst mogelijk maakt voor zichzelf of anderen. Wat ons betreft méér dan voldoende reden om de aanpak van Jos en Lea Keijzers te belonen met een Agrifoodpluim.”
Oog op de toekomst
Op dit moment zijn de melkgeiten (de geitenmelk wordt gebruikt voor halfharde geitenkaas van Amalthea) nog de belangrijkste inkomstenbron. Maar Jos en Lea Keijzers weten al hoe ze straks hun boterham willen verdienen. Ze hebben de afgelopen jaren vierhonderd walnotenbomen op hun perceel geplant; het gaat om acht van de in totaal zeventien hectare. ‘Walnotenbomen zijn goed voor de biodiversiteit, want de wortels voegen organische stof toe aan de bodem, en voor vogels en insecten is het er heerlijk toeven,’ weet Jos. ‘Maar minstens zo belangrijk is dat de walnoot een uitstekende vleesvervanger is én ze zijn goed voor de menselijke hersenen.’
Boekweit en lupine
En dit is nog maar het begin, want Lea en Jos Keijzers zijn voortdurend op zoek naar nieuwe alternatieve gewassen. Ze onderzoeken de mogelijkheid om rode bieten te gaan verbouwen. En ze experimenteren met boekweit (rustgewas) en lupine (vervanger van soja, dat uit tropische landen moet worden geïmporteerd). Maatschap Keijzers maakt deel uit van Lupeel, een netwerk van zeven telers die lupine telen en vermarkten voor menselijke consumptie. Dit doen ze in samenwerking met Innovatiehuis de Peel.
Ambitie provincie
Deze ontwikkeling draagt bij aan de ambities van de provincie voor de landbouw- en voedselketen van morgen, zoals beschreven in het beleidskader Landbouw en Voedsel 2030. Daarbij stelt de provincie zich onder andere ten doel dat de Brabantse landbouw- en voedselproductie in 2030 natuur- en landschapsinclusief is. Met het stimuleren van natuurinclusieve landbouw wil de provincie er samen met partners voor zorgen dat steeds meer agrarisch ondernemers produceren in harmonie met milieu, natuur en landschap . En dat zij gewaardeerd en beloond worden voor hun diensten om de natuur te versterken. Zo levert de Brabantse landbouw een bijdrage aan de biodiversiteit en de kwaliteit van water en bodem, en kan natuur- en landschapsinclusief boeren de nieuwe norm worden.