Marcel en Miriam hebben een varkensbedrijf en zijn al jaren bezig met allerhande projecten om de veelzijdigheid van hun dieren aan de omgeving en consumenten te laten zien. Hun volgende stap is het openen van een winkel in Veghel: Eigezwijns. In deze winkel kunnen mensen straks allerlei producten kopen die gemaakt zijn met behulp van het varken: van kwasten tot koteletten en snoep tot papier. Lieke dacht specifiek mee over de winkelinrichting, hoe kan deze onderscheidend, duidelijk en uitnodigend zijn én rekening houden met de anderhalvemeter samenleving?

Marcel en Miriam vertellen: “We hebben al 20 jaar een varkenshouderij. We zijn trots op ons bedrijf en ook op het varken zelf. Als samenleving doen we veel met het varken en dat gegeven willen we graag onder de mensen brengen. In de winkel die we gaan openen verkopen we straks veel producten die met behulp van varkens gemaakt zijn. Het boek ‘PIG 05049’ van Christien Meindertsma is onze bijbel daarin. Wist jij dat er varken in een printplaatje verwerkt zit?” Lieke vraagt zich af waarom ze vinden dat mensen weten wat er met varkens allemaal kan. “Dat is belangrijk voor het imago van varkensboeren. Het heeft nut wat we doen. Mensen weten écht niet waar varken allemaal in verwerkt zit en varkenshouders ook lang niet altijd, porselein bijvoorbeeld, daarvan weet bijna niemand dat er varken in zit.”

Vertel eens over de winkel, het waarom en de grootste uitdagingen.

“We hebben een pand in Veghel, afgelopen week hebben we de sleutel gekregen. Het is in het centrum van Veghel en meer dan 100 vierkante meter. Het is 10 kilometer bij de boerderij vandaan, maar we denken dat we in Veghel een groter bereik hebben, er is meer traffic en zo kunnen we ons verhaal beter delen. En traffic is natuurlijk ook belangrijk om omzet te kunnen maken.”

“De grootste uitdaging is de inrichting, we hebben verstand van varkens en niet van winkels. We hebben natuurlijk een koeling en een vriezer nodig voor het vlees en andere versproducten. Maar ook schappen want we verkopen allerlei soorten producten, het assortiment wisselt straks wel regelmatig. We willen veel van steigerhout bouwen en het snoep komt in vierkante glazen weckpotten. Ook gaan we achterin de ruimte workshops geven; zeep maken, snoep maken en paté maken bijvoorbeeld. Maar eigenlijk hebben we nog vooral de wanden af, het midden van de winkel, indeling van producten en looproutes nog niet.”

“Ook de inkoop is soms nog lastig. We kennen al die kanalen nog niet. En sommige leveranciers willen niet dat mensen hun product associëren met varkens; shampoo en gezichtsverzorgingsproducten bijvoorbeeld.”

“En voor de opening hadden we bedacht om een barbecue te houden, maar dat is met de anderhalve meter wel lastig. Daar moeten we ook iets op verzinnen.”

Lieke: “Oh daar heb ik meteen wel ideeën over. Waarom teken je bijvoorbeeld niet de onderdelen van een varken op de grond, op anderhalve meter afstand van elkaar af? Dan kunnen mensen makkelijk afstand houden. Dat kun je binnen én buiten doen. En een voorbeeld uit de modewereld: een winkel had een kaartverkoop voor de pre-sale. Mensen betaalden €7,50 om als eerste de winkel in te mogen; een concept dat nu met een maximum aantal bezoekers per winkel goed werkt.”

“Geld verdienen aan de opening?? Dat is nieuw, zo hadden we nog niet gedacht. Maar dat kan wel een manier zijn met de afstand nu, dan maken we van de opening een evenement.”

Als jullie het concept in een paar woorden moeten samenvatten, wat zeg je dan?

“Iemand noemde het een varkens experience center. Daarmee komt alles eigenlijk wel bij elkaar.”

Lieke: “Als jullie mensen een experience willen bieden is het goed om te kijken naar de manier waarop je klanten blijft verrassen. Door samen te werken met steeds nieuwe partijen en een wisselend aanbod in workshops te hebben kun je een verrassingselement creëren dat zorgt voor de terugkomst van klanten. De consument is echt verwend door de constante toestroom van nieuwe dingen op sociale media. Het is goed om die nieuwsgierigheid te triggeren door te blijven vernieuwen.”

“Er is een achterwand die we kunnen gebruiken voor steeds nieuwe dingen. En de workshops zullen wisselen. Maar dat varken op de grond tekenen wat je zei over de opening.. kunnen we dat niet in het midden van de winkel doen? Als eyecatcher en soort expo. Dan kunnen we daar producten tentoonstellen en al pratend laten zien wat er allemaal van een varken komt en waar het vlees bijvoorbeeld vandaan komt.”

Lieke: “Ja dat kun je dan als podium gebruiken. De rest van de winkel kun je rustig, steady en overzichtelijk houden. De routing kan mensen om het midden heen geleiden zodat iedereen dit ziet, en direct een functie dienen met de te houden afstand.

Mensen hebben straks aan jullie meer dan alleen een winkel, jullie bieden ook beleving en leren mensen veel bij. Jullie kijken naar het grotere geheel, verder dan de productverkoop, dat is heel mooi.

“…”

Lieke: “Dat is een compliment.”

“Dankjewel! Het is wel ook een valkuil, want we vinden zo veel leuk.”

Lieke: “Daarom is het zaak om en stevig fundament te bouwen. Dat is stap 1. Kies je producten, beslis over de inrichting, bedenk een goede routing, zorg dat je online vindbaar bent. Weef hier de sterkste ideeën in en zorg dat dit staat als een huis. Stap 2 is dan het verrijken en verrassen.”

Hoe gaan jullie online en offline koppelen?

“Via ons eigen netwerk kunnen we veel mensen bereiken, ook voor B2B-verkoop van bijvoorbeeld relatiegeschenken. Over de online kant moeten we nog beter nadenken.”

Lieke: “Zeker nu in de coronaperiode is duidelijk geworden dat online en offline haast niet meer zonder elkaar kan. Instagram wordt vaan gebruikt als de vitrine van een winkel. Mensen kijken online wat het assortiment en de sfeer van een winkel is en besluiten dan om er eens langs te gaan. Er is zelf een kaasboer in het noorden van het land die via een livestream kaas verkoopt, hij staat dan zelf gewoon achter zijn toonbank en laat zijn kazen zien. Workshops kunnen eventueel ook op afstand; dan komen mensen een pakket ophalen met alle benodigdheden en kun je ze via een livestream begeleiden. Dat soort ideeën zijn nu in de coronaperiode heel relevant.”

“Ja met livestreamen hebben we ook over nagedacht. We ontvangen schoolklassen vanuit het concept Klasseboeren. De groepen kinderen kunnen we straks in de winkel ontvangen. Dan hebben we een goede nieuwe bedrijfsvideo nodig, maar kunnen we bijvoorbeeld ook een livestream hebben vanuit de biggenstal.”

Lieke: “Jonge mensen lezen geen tekst. Beeld triggert meer is bewezen. Bij het zien van beeld gaan mensen ‘aan’. Daar kun je ook gebruik van maken in de winkel.”

“Oh door korte filmpjes af te spelen? Ja die hebben we al een paar en kunnen we ook wel bij maken misschien. Maar niet alles in de winkel komt van ónze varkens, snoep bijvoorbeeld.”

Lieke: “Transparantie is steeds belangrijker. Dus ik denk dat je ook dat verhaal juist kunt vertellen. Laat mensen maar zien hoeveel stappen en arbeid daarbij komen kijken.”

Wat is concreet de volgende stap?

“De inrichting van de winkel ontwerpen. Een varken in het midden als expo is wel een heel leuk idee dat we nu hebben opgedaan! En natuurlijk dat jij snel in de winkel komt kijken om een beeld te krijgen en met ons mee te denken!”