Plantenkwekerij Kapteijns gebruikt minder kunstmest

Kapteijns gebruikt zo min mogelijk kunstmest, want wormen en schimmels doen het werk. De plantenkwekerij zet de Brabantse landbouw internationaal op de kaart, en wint in februari 2019 de Agrofoodpluim.

Wist je dat een aardbeiplantje in jouw tuin waarschijnlijk al jaren groeide bij de kweker? En dat een Nederlandse prei witter is dan een Engelse? Vol enthousiasme vertelt kweker Piet- Hein Kapteijns over het specialisme van zijn familiebedrijf: de opkweek van prei, aardbei- en Astilbeplanten. Het plantmateriaal groeit na levering uit tot volwaardige prei en aardbeien bij klanten in heel Europa. De aardbeiplant bij Kapteijns bijvoorbeeld, groeit van stekje tot eenjarige plant en gaat in de winter in ‘rust’ bij -1,5 graad in de koelcel. Vervolgens groeit hij dan nog een seizoen in de volle grond om zich dan bij de volgende teler tot volwaardige plant te ontwikkelen. Na 4 jaar plukt de teler óf consument er pas de aardbeien van!

UV licht in de kas

Kapteijns is een van de bedrijven in Nederland die plantmateriaal levert. In de kas doen zij dat al 10 jaar zonder kunstmest. Buiten in de vollegrond is het kunstmestgebruik in 5 jaar tot 1/3 teruggebracht, en werkt Kapteijns zoveel mogelijk aan herstel en behoud van het natuurlijke bodemleven. Door minder te ploegen wordt het bodemleven bijvoorbeeld niet stukgemaakt. Ook zorgt natuurcompost voor een betere bodemstructuur en meer humus in de bodem. Deze compost bestaat uit snoeiafval van gemeenten en particulieren, bermmaaisel of zelfs druivenmost. Super circulair dus.

Klik op de foto om het filmpje over plantenkwekerij Kapteijns te bekijken. 

Schimmels

Ook voegt Kapteijns speciale schimmels aan de bodem toe: Mycorrhiza. “Die zijn door intensieve grondbewerking nagenoeg verdwenen. Normaal leven deze schimmels van nature in de bodem: je vindt ze nog bij heggen en in bossen.” De schimmel zorgt ervoor dat voedingsstoffen uit de bodem bij de plant terecht komen, in ruil voor suikers die de plantwortels afscheiden. Zo krijgt de plant stevige wortels en blijft de bodem vruchtbaar. Ook worden insecten en ziektes al bij de bron bestreden door innovatieve methoden toe te passen zoals een warmtebehandeling, ‘CATT’. Een op afstand bestuurbare robot met UV-lampen bestrijdt op een natuurlijke manier schimmels op de planten.

 

Groenbemesters en tegenstrijdige regels

De teeltgewassen wisselt Kapteijns af met groenbemesters: hij zaait Afrikaantjes of bijvoorbeeld Japanse haver. Afrikaantjes jagen schadelijke aaltjes uit de bodem, en trekken ook veel bijen en hommels aan. Daarnaast maken ze de bodem klaar voor het volgend gewas. Om de juiste kwaliteit te leveren, moet er aan veel regels worden voldaan. Kapteijns: “Er zijn veel Europese en Nederlandse wetten voor bemesting- en gewasbeschermingsmiddelengebruik, en soms extra eisen van de retail of klanten in het buitenland. Dat kan tegenstrijdig zijn en maakt ons werk soms lastig.” Sommige gewasbeschermingsmiddelen zijn in Nederland verboden, maar in Frankrijk bijvoorbeeld niet. Zelf kiest Kapteijns ervoor zo min mogelijk chemische middelen te gebruiken.

Doorlopend innoveren op de internationale markt

Kapteijns levert een bijdrage aan gezonde en hoogkwalitatieve voeding, maar ook aan de kennis over het bodemleven. “Maar we weten nog maar weinig van de bodembiologie,” stelt Kapteijns, dus daar is nog veel te winnen. De manier waarop Kapteijns werkt brengt zowel economisch als ecologisch meerwaarde voor Brabant. Daarom reikt Anne-Marie Spierings (Gedeputeerde Staten) de Agrofoodpluim uit aan Kapteijns: “We vinden het belangrijk dat onze landbouwsector succesvol is en gezonde, hoogkwalitatieve producten kan blijven voortbrengen. En tegelijkertijd willen we zuinig zijn op onze natuur, ons water en ons mooie landschap. Kapteijns laat zien hoe tuinbouw en natuur het beste in elkaar naar boven kunnen halen. Dat gaat stap voor stap. Door die kennis te delen kunnen ondernemers in de hele keten van elkaar leren. Dat verdient een Pluim!”

Cookie-instellingen